Bulletin van de Nationale Bank van België

1930 09 10 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 1. L’assainissement des prix et des salaires en Allemagne

1930 10 10 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 2. Les institutions paritaires de l’industrie allemande

1930 11 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 3. Crise économique et critique de l’économie

1931 01 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 4. Le capitalisme autoritaire

1931 04 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 5. Le capitalisme libéral

1931 07 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 6. La crise du capitalisme

1931 09 10 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 7. Entre la France et l’Allemagne

1932 02 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 8. Le protectionnisme agraire et la crise économique en Allemagne

1932 08 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 9. Quelques données nouvelles sur les causes du chômage

1932 10 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 10. La nouvelle politique des salaires en Allemagne

1932 12 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 11. Du protectionisme à l’autarchie

1933 02 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 12. La technocratie

1933 05 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 13. Du plan technique au plan économique

1933 06 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 14. La volte-face des Etats-Unis

1933 07 10 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 15. L’expérience suédoise

1933 10 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 16. Libre-échange, autarchie ou économie dirigée

1934 05 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 17. L’argent fondant: panacée ou aberration?

1935 01 25 – Bulletin BNB – H De Man.pdf – 18. Le problème des reprises nationales

Hendrik de Man publiceerde in het Bulletin van de Nationale Bank (1930-1935)

Hendrik de Man gaf zijn visie op de crisis in een reeks van 18 artikelen gepubliceerd in het bulletin van de Nationale Bank van België.

Dr. Bob Cools maakte een analyse van deze artikelen, die wij als .pdf bestanden onder de rubriek publicaties voor onze lezers toegankelijk maken.

Op 25 maart 2011 wijden wij een symposium aan dit onderwerp en confronteren deze teksten met de huidige financiële en economische crisis.

Het panel zal samengesteld zijn uit: dr Bob Cools, dhr Piet Clément, prof. dr. Ludo Cuyvers, John Crombez, spa fractieleider Vlaams Parlement

AANBIEDING

Michel Brélaz overleed ruim drie jaar geleden, in augustus 2006. Zijn weduwe heeft een grote voorraad boeken, geschreven door haar man, aan de vereniging overgemaakt, die we te koop stellen tegen sterk verminderde prijzen.

Une autre Idée du Socialisme (1985, ISBN2-88141-001-4), 814p.: 13 €

Léopold III et Henri de Man (1988, ISBN2-88141-002-2), 340 p.: 13 €

Le Dossier Léopold III (1989,2-88141-003-0), 455p.: 13 €

L’ Idée socialiste (d ‘Henri de Man), publiée en 1975 par les soins de l’ Association, 542p., 7,50 €.

Deze prijzen gelden per deel. Als u de vier delen aankoopt, komt het geheel op 30€. De verzendingskosten zijn voor rekening van de koper en bedragen 7,70 €.

Bankrekeningnummer 973-0074562-03

Colloquium “Arbeid en Arbeidsvreugde”

Op 20 november 2009 organiseerde onze Vereniging in het auditorium van de Permekebibliotheek te Antwerpen een colloquium naar aanleiding van de opvattingen van Hendrik de Man omtrent arbeid en arbeidsvreugde.

Luc Vanneste, gewezen directeur van de SP.A-studiedienst heeft eerst de ideeën van Hendrik de Man toegelicht. Daarna kwam de hedendaagse praktijk aan bod in een paneldebat onder leiding van Hans Bonte, SP.A-volksvertegenwoordiger. In het panel zaten, naast Luc Vanneste, vakbondsvoorzitters Rudy De Leeuw (ABVV) en Luc Cortebeeck (ACV) en Yves De Weerdt, plaatsvervangend docent aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, KULeuven. Na het publieksdebat heeft Lode Hancké, voorzitter van onze Vereniging, het colloquium met enkele algemene bedenkingen afgerond.



 

 

 

 

Tweeluik op 21 november 2008

Op 21 november 2008 organiseerde de Vereniging in het auditorium van de Permekebibliotheek te Antwerpen een tweeluik omtrent Vooruitgang en volksverheffing. Zinvolle idealen of vergeefse moeite? dat ongeveer 50 toehoorders wist aan te trekken.

Weblog 1

 

De lezing werd verzorgd door Ivo Rens, professor emeritus aan de universiteit van Genève  en had als   onderwerp: Remarques sur les idées de progrès et de catastrophe dans l’histoire du socialisme et dans celle de l’écologie politique. Ivo Rens is stichtend lid van de Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man en werd om die reden speciaal door voorzitter Lode Hancké gehuldigd.

 

Daarna volgde het colloquium dat ondanks de afwezigheid van inleider Marc Reynebeau heel wat nieuwe en boeiende invalshoeken liet zien. 

Na een inleiding door Lode Hancké werd het woord gegeven aan Ludo Abicht (Waarom materialisten de beste verdedigers van de cultuur zijn),  aan Jan-Willem Stutje (De wandelstok van Arthur Schopenhauer) en aan een tiental sprekers uit het publiek.

Weblog 3

Wie wilde, kon uiteraard ook nog wat napraten op de aansluitende receptie. De acta van de lezing en het colloquium zijn in 2009 verschenen in Bulletin nr. 35 van de Vereniging.

 

 

Wie zijn we – Hoe toetreden?

Wie zijn we?

 

 

De Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man (“Association pour l’étude de l’oeuvre d’Henri de Man”) werd in 1973 te Genève (Zwitserland) opgericht en heeft aldaar haar maatschappelijke zetel als vzw volgens Zwitsers recht. Haar oogmerken en roeping zijn internationaal. Ze wil de wetenschappelijke studie van het werk van Hendrik de Man aanmoedigen, alsook de studie van de receptie van dit werk.

De Vereniging wil de ideeën van Hendrik de Man aan de actualiteit toetsen op een wetenschappelijk-kritische manier. Vanzelfsprekend mag daarbij geen enkele discussie, over welk aspect van zijn leven of  werk dan ook, uit de weg worden gegaan.  Op die wijze wenst onze Vereniging ook de debatcultuur aan progressieve kant nieuw leven in te blazen. Eenieders bijdrage – ook de uwe – is erg welkom om deze koers tot een goed einde te brengen. Als lid van de Vereniging kunt u uw eigen visie op De Man doen uitkomen, specifieke aandachtspunten aanbrengen vanuit de actualiteiten/of vanuit uw eigen interesse of vakgebied, de praktische  uitwerking van een en ander actief medebepalen enz. 

 

 

Hoe toetreden? 

 

Het zou ons genoegen doen u als lid te mogen begroeten. Om toe te treden, volstaat het om de onderstaande antwoordstrook in te vullen en terug te mailen naar jeannine.vanpuyvelde@skynet.be. U kunt ze ook per post versturen naar de Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man, p/a Jeannine Van Puyvelde, Wouwstraat 3, 2640 Mortsel

Ondergetekende………………………………………………….

Straat en nummer: ……………………………………………………

Postnummer en gemeente: ………………………………

Tel.      ……………    Fax…………………… 

E-mail: …………………………..

wens toe te treden tot de Vereniging voor de Studie van het Werk van Hendrik de Man en verbind mij ertoe om de jaarlijkse ledenbijdrage (25,00 EUR of 50,00 EUR per koppel;  steunbijdrage: 50,00 EUR of 55, 00 EUR per koppel; gepensioneerden en studenten betalen slechts 13,00 EUR) over te maken op rekeningnummer 973-0074562-03 ten name van de “Vereniging Hendrik De Man”, Wouwstraat 3, 2640 Mortsel.

 

Beschikbare publicaties

  

BESCHIKBARE PUBLICATIES

 

 

Heruitgegeven werken van Hendrik de Man

Au delà du marxisme. Paris, éditions du Seuil,1974. 446 p. 7,50 EUR. 

L’idée socialiste. Genève, Association pour l’étude de l’oeuvre d’Henri de Man, Presses Universitaires Romandes, 1975. 542 p. 7,50 EUR.

Der neu entdeckte Marx redécouvert. Genève, Association pour l’étude de l’oeuvre d’Henri de Man, 1980. 82 p. 4,00 EUR.

Massificatie en cultuurverval. Edegem, Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man, 1991. 254 p. 9,00 EUR.

Nationalisme en socialisme. Edegem, Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man, 1991. 106 p. (enkel nog digitaal verkrijgbaar)

Wir! Ein sozialistisches Festspiel. Text von Hendrik de Man, Musik von Ottmar Gerster. Edegem, Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man, 2001. 32 p. 4,00 EUR. 

Uitgaven van de Vereniging

Actes du colloque international sur l’oeuvre d’Henri de Man. Genève, 1973, 3 volumes. 330 p. 7,50 EUR.

 

Bulletin n° 13. Henri de Man 1885-1985. Numéro spécial publié à l’occasion du centenaire de la naissance d’Henri de Man, novembre 1985. 220 p. 4,00 EUR.

Volledige reeks Bulletin van de Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man / Bulletin de l’Association pour l’étude de l’oeuvre d’Henri de Man, nrs. 1-26 (1974-2000). 25,00 EUR.

Losse nummers van het Bulletin van de Vereniging voor de studie van het werk van Hendrik de Man / Bulletin de l’Association pour l’étude de l’oeuvre d’Henri de Man : tot en met nr. 26 (2000): 1,50 EUR; nrs 27 (2001), 28 (2003) en 29 (2003): 8,00 EUR; nrs. 30 (december 2004), 31 (december 2005), 32 (november 2006) , 33 (november 2007): 34  (november 2008) en 35 (november 2009) 13,00 EUR. 

Michel Brélaz

Henri de Man. Une autre idée du socialisme. Genève, éditions des Antipodes, 1985. 814 p. 13,00 EUR.

Léopold III et Henri de Man. Genève, éditions des Antipodes, 1988. 340 p. 13,00 EUR.

Henri de Man. Le “dossier Léopold III” et autres documents sur la période de la Seconde Guerre Mondiale – réunis, présentés et édités par Michel Brélaz. Genève, éditions des Antipodes, 1989. 456 p. 13,00 EUR.

Un fascisme imaginaire. Genève, éditions des Antipodes, 2000. 95 p. 13,00 EUR.

Bob Cools

Op zoek naar het verloren Plan. Van het ‘Plan de Man’ tot de naoorlogse economische planning. November 2005, 5,00 EUR.

 

Andere publicaties

Adriaan M. van Peski. Hendrik de Man. Ein Wille zum Sozialismus. Tübingen, J.C.B. Mohr (Paul Siebeck), 1963. 24 p. 7,50 EUR.

  

A. De Decker. Open Venster: Hendrik de Man, een ethisch socialisme. Kapellen, De Sikkel, 1978. 32 p. 1,50 EUR.

 

Bestellingen 

 

Vraag de juiste prijs, verzending inbegrepen, aan de algemeen secretaris van onze Verenigng, jeannine.vanpuyvelde@skynet.be(postadres: Wouwstraat 3, 2640 Mortsel). 

Voorbije colloquia

Voorbije colloquia

 De afgelopen jaren vonden de volgende colloquia plaats:

  • op 12 december 2003: De erfenis van Hendrik de Man (acta in Bulletin nr. 30 van de Vereniging, verschenen in december 2004
  • op 10 december 2004: Hendrik de Man en het jaar 1940 (acta in Bulletin nr. 31 van de Vereniging, verschenen in november 2005
  • op 18 november 2005: Van het ‘Plan de Man’ tot de naoorlogse economische planning (acta in Bulletin nr. 32, verschenen in november 2006)op 28 november 2006: Socialisme, religie en morele waarden (gezamenlijke acta met de vzw UCSIA, verschenen in november 2007)
  • op 20 april 2007: Naar een sociale of liberale democratie. Een gesprek tussen Peter Dodge en Dick Pels (acta in Bulletin nr. 33, verschenen in november 2007)
  • op 16 november 2007: Voorbij het nationalisme (acta in Bulletin nr. 34, verschenen in november 2008);
  • op 21 november 2008: Vooruitgang en volksverheffing. Zinvolle idealen of vergeefse moeite (acta in Bulletin nr. 35, verschenen in november 2009);
  • op 20 november 2009: Arbeid en arbeidsvreugde (acta in Bulletin nr. 36, te publiceren in 2010).

Om één of meer acta te bestellen: zie het thema “Beschikbare publicaties”.

 

Oorlogsverleden

Oorlogsverleden

De houding van Hendrik de Man in de jaren 1940 en volgende kan niet worden losgezien van een aantal elementen die reeds daarvoor bij hem aanwezig waren: zijn groeiende kritiek op de onmacht van het parlementaire regime, zijn oprechte pacifisme en zijn daaruit voortvloeiende verknochtheid aan de neutraliteitspolitiek en zijn intense hang naar radicale sociale veranderingen.

Het militaire debacle van mei-juni 1940 bevestigde het gelijk van diegenen die zich reeds aan de vooravond van de Duitse inval weinig illusies hadden gemaakt omtrent de overlevingskansen van de westerse democratieën. De gebeurtenissen van die periode werden door De Man bijgevolg niet louter als een militaire nederlaag ervaren, maar als de ineenstorting van een verouderd systeem. Op 20 mei 1940 merkte hij, “starend naar het brandende Duinkerken”, op: “Deze oorlog is in werkelijkheid een revolutie. De oude sociale orde en het oude politieke systeem storten op dit ogenblik in elkaar. Hitler is een soort oerelement, een demonische kracht die een afbraak verricht die wellicht noodzakelijk geworden was”.

Feitelijk gesproken werd de houding van De Man tijdens “de wondere zomer van 1940” in de eerste plaats geconditioneerd door de krachtsverhoudingen binnen het nieuwe Europa: de Duitse heerschappij over het continent leek zeer stevig, indien niet definitief te zijn gevestigd; wat Engeland betreft, rekende hij op een vrede door vergelijk . Met de erkenning van die gegevens stond hij uiteraard in die dagen lang niet alleen. Vergeten we niet dat de Verenigde Staten zich nog afzijdig hielden, dat het niet-aanvalspact tussen Duitsland en de Sovjetunie nog van kracht was en dat enkel Groot-Brittannië nog weerstand bood aan de Asmogendheden. In brede kring werd daarom een terugkeer naar het vooroorlogse parlementaire regime niet meer voor mogelijk gehouden.

In aansluiting op die voldongen feiten koesterde De Man blijkbaar gunstige verwachtingen jegens het bezettingsregime en de mogelijkheden die dat bood om een politiek van het minste kwaad te voeren, alsook om voor België een maximale autonomie te vrijwaren binnen een Europa dat voortaan door Duitsland werd beheerst. Ook met deze verwachtingen stond hij toentertijd niet alleen. Vele in België gebleven leiders meenden inderdaad dat ter beveiliging van de Belgische belangen, een zekere vorm van onderhandeling of zelfs samenwerking met de aanstaande overwinnaar was geboden, eventueel met behulp van een nieuwe regering rond de Koning. In samenhang daarmee werd ook gedacht aan een meer autoritaire staatsinrichting en een gevoelige versterking van de macht van het staatshoofd. De Man heeft zijn voorstellen hieromtrent vervat in het politieke programma van 19 juni 1940.

Wat nu de toenmalige houding van de Man het meest typeerde, was de diepere, historische betekenis die hij aan het hele oorlogsgebeuren verleende. Ondanks alle offers en leed hadden de vijandelijkheden tenminste één positief en tevens voldongen feit mogelijk gemaakt, namelijk de ineenstorting van het oude regime, hetgeen hem voor het socialisme ruime perspectieven leek te bieden. Met die ineenstorting was zijns inziens een revolutionaire toestand geschapen: alle vroegere hinderpalen om tot een ingrijpende politieke en sociale omwenteling waren van de baan geruimd; deze toestand vergde geëigende gezagsvormen: eenheidspartij en eenheidsbeweging. Wellicht zijn het vooral deze aspecten geweest dat de jarenlange controverse rond zijn toenmalige houding heeft gevoed en nog steeds voedt: de kwalificatie van de oorlog als een katalysator voor sociale revolutie, van de ineenstorting van het bestaande politieke regime als een verlossing en de daaraan gekoppelde voorkeur voor een autoritaire politieke organisatie.

Laatstgenoemd aspect kwam ten overvloede tot uiting in het befaamde Manifest van 28 juni 1940 dat hij aan de leden van de Belgische Werkliedenpartij richtte en dat vooral na de Tweede Wereldoorlog de geschiedenis inging als een lofzang op de nieuwe orde. Uiteraard ging dit Manifest uit van de Duitse overwinning: “Gelooft evenwel niet dat er weerstand moet geboden worden tegen de bezettende macht; aanvaardt het feit van haar overwinning”. Evenzeer riep het Manifest de leden op om trouw te blijven aan hun belangen, het werk te hervatten en terug te keren tot het normale leven. Maar de klemtoon lag toch op de mogelijkheden die geboden werden voor een nieuwe sociale vooruitgang: “De oorlog is uitgelopen op de ineenstorting van het parlementaire stelsel en van de kapitalistische geldheerschappij in de zogenaamde democratische landen. Verre van een ramp te zijn, is deze ineenstorting van een vermolmde wereld voor de werkende klassen en voor het socialisme een verlossing (…) De vrede kon niet ontstaan uit een regime dat zich democratisch noemde, maar waar in werkelijkheid de geldmachten en de beroepspolitici regeerden, een regime dat meer en meer onmachtig bleek tot elk gedurfd initiatief, tot elke ernstige hervorming”.

Vanaf het najaar van 1940 gingen wel de euforie, maar niet alle verwachtingen van De Man nopens de uitkomst van de oorlog teloor. Hoe dan ook zette hij zijn inspanningen voort om de materiële belangen van de bevolking te verdedigen, zolang de bezetter hem daartoe de mogelijkheid bood.

Zie voor meer informatie: Michel BréLaz. Léopold III et Henri de Man; IDEM. Le “dossier Léopold III” et autres documents sur la période de la seconde guerre mondiale (zie thema “Beschikbare publicaties”). Over het oorlogsverleden van Hendrik de Man vond op 12 december 2004 een colloquium plaats in het CC Berchem. De acta hiervan zijn gepubliceerd in Bulletin nr. 31 van de Vereniging (zie eveneens “Beschikbare publicaties”).

Plan van de Arbeid

Plan van de Arbeid

De economische depressie die in 1929 intrad, hield volgens Hendrik de Man een speciale uitdaging voor het socialisme in : hoe de crisis van het kapitalisme omzetten in een omwenteling ervan? In zijn ogen was er dringend behoefte aan een concreet plan om de vigerende productie-ordening op structurele wijze, d.w.z. via een echte socialisatie, om te vormen en om tegelijkertijd de economische recessie te beëindigen. Bovendien had hij in Duitsland meegemaakt hoe een defensief optreden van de sociaal-democratie de weg had geëffend voor het nationaal-socialisme. In plaats van de opbouw van een breed antikapitalistisch front was de beweging zich blijven beperken tot haar klassieke steunpunt, de industriearbeiders. Als het socialisme de macht wou veroveren, diende het ook aansluiting te zoeken bij de middenstand.

Het Plan van de Arbeid dat De Man voor België uitwerkte, beoogde een structurele omvorming van het economische systeem – de uitbouw van een gemengde economie – met de nationalisatie van het krediet en de gemonopoliseerde industrieën als sleutelelement. Deze structurele omvorming zou uitzicht bieden op een actieve conjunctuurpolitiek waarmee de werkloosheid kon worden beëindigd en de economische groei en welvaart konden worden opgevoerd. Samen met enkele politieke structuurhervormingen zou het Plan op die wijze de basis leggen voor een waarachtige economische en sociale democratie. Naast het nationale karakter was de drijfveer van het algemeen belang opvallend. Tegen het monopoliekapitalisme hoorde een “Front van de Arbeid” , bestaande uit alle slachtoffers van de crisis, dus niet enkel arbeiders, maar ook boeren en middenstanders, in het geweer te worden gebracht.

Tussen maart 1935 en maart 1938 heeft De Man achtereenvolgens deel uitgemaakt van de regering – Van Zeeland I, waarin hij bevoegd was voor Openbare Werken en Opslorping van de Werkloosheid en van de regeringen – Van Zeeland II en Janson, waarin hij de portefeuille van Financiën bekleedde. Met betrekking tot het Plan van de Arbeid kon deze ministeriële carrière slechts een beperkt succes worden genoemd. Weliswaar werd een actieve conjunctuurpolitiek geïntroduceerd die spoedig tastbare resultaten opleverde: op korte tijd werd een economische expansie in het leven geroepen die de werkloosheid tot honderdduizend eenheden terugbracht en die het vertrouwen van zakenwereld en publieke opinie deed terugkeren. Echte structuurhervormingen bleven zowel op economisch als op politiek vlak achterwege.

Zie voor meer informatie: B. COOLS. Op zoek naar het verloren Plan. Van het ‘Plan de Man” tot de naoorlogse economische planning [zie thema “Beschikbare publicaties”). Over het planisme van Hendrik de Man vond op 28 november 2005 een colloquium plaats in het CC Berchem. De acta hiervan zijn gepubliceerd in Bulletin nr. 32 van de Vereniging.